Mudi

Gewicht

8 – 13 kilo

Hoogte

38 – 45 cm

Leeftijd

12 – 14 jaar

FCI Rasgroep 1

Herdershonden en veedrijvers

Gewicht

8 – 13 kilo

Schofthoogte

Hoogte

38 – 45 cm

Leeftijd

12 – 14 jaar

Karakter

De mudi is een loyale hond met een energiek karakter. Het ras is erg aanhankelijk en volgt zijn baas graag op de voet. Als de mudi goed gesocialiseerd wordt, kan hij goed met kinderen overweg. Deze kleine herdershond kan dus prima als familiehond gehouden worden. Ook andere honden en huisdieren zijn geen probleem. Al geeft de mudi vaker de voorkeur aan mensen dan aan honden.

Mudi zwemt door meer.

Met de mudi haal je een zeer actieve hond in huis. Hij heeft voldoende beweging en mentale uitdaging nodig. Een aanrader is om een hondensport met hem te beoefenen, zoals agility of dogfrisbee. Deze viervoeter is ontzettend intelligent. Hij leert razendsnel en is makkelijk om te trainen. Ook verkeerd gedrag is zo aangeleerd, dus het is handig als je al wat ervaring hebt met het opvoeden en trainen van honden. Als je genoeg met de mudi onderneemt, is hij in huis een rustige hond.

De mudi kan goed waken. Inbrekers komen het huis zeker niet in. Goed om te weten is dat deze waakhond behoorlijk vocaal is. Hij communiceert graag met zijn baas door te blaffen. Als je veel buren hebt, dan kan je dus beter geen mudi in huis halen.

Geschiedenis

De mudi is een Hongaars hondenras. Het ras is verwant aan de puli en de pumi, twee andere Hongaarse hondenrassen. Mogelijk hebben diverse spitzentype een rol gespeeld in de ontwikkeling van de mudi. Mudik werden gehouden door boeren en herders en hadden meerdere taken. Zo waren ze verantwoordelijk voor het begeleidden van kuddes schapen en runderen, het bewaken van het terrein en ze mochten ook af en toe helpen bij de jacht. Als de mudi onraad bespeurde, alarmeerde hij met zijn geblaf de grotere herdershonden op het terrein, zoals de komondors.

Portret van een mudi.

Pas in de twintigste eeuw werd er echt onderscheid gemaakt tussen de verschillende Hongaarse herdershonden. De mudi kreeg zijn naam en werd in 1936 erkend als zelfstandig ras in Hongarije. Het had niet veel gescheeld of er waren vandaag de dag geen mudik meer. Tijdens de Tweede Oorlog werden namelijk veel mudik doodgeschoten. Dankzij een select groepje fokkers wist het ras te overleven. Toch zul je op straat zelden een mudi tegenkomen. Wereldwijd zijn er maar enkele duizenden en in Nederland ligt het aantal onder de honderd.

Gezondheid en verzorging

Ondanks zijn mooie bos haar is de vachtverzorging van deze hond vrij eenvoudig. Het is voldoende om af en toe een borstel door zijn vacht te halen om dode haren te verwijderen. Houd de oren, ogen en het gebit van de hond goed schoon om ontstekingen te voorkomen.

Jonge mudi in een park.

De mudi is een relatief gezond hondenras. Vaak worden ouderdieren getest op erfelijke aandoeningen als heupdysplasie, elleboogdysplasie en patellaluxatie (een losse knieschijf). Vraag bij de fokker altijd naar de uitkomsten van deze testen.

Beeld: Depositphotos

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven