Karakter
De Australian cattle dog, ook wel Australische veedrijvershond genoemd, is een intelligente, zelfstandige en zeer actieve hond. Het ras staat erom bekend zeer trouw en loyaal aan zijn baas te zijn. Hij is dan ook graag altijd bij zijn eigenaar in de buurt. Tegenover vreemden stelt hij zich meestal eerst terughoudend op. Het is geen typische waakhond, maar de cattle dog zal je absoluut beschermen als dat nodig is.
De Australian cattle dog is een echte werkhond en veedrijver in hart en nieren. Het is een snelle en wendbare hond die letterlijk tegen een stootje kan. Door zijn hoge energielevel is het belangrijk dat de cattle dog zowel mentaal als fysiek genoeg uitgedaagd wordt. Het is een uitstekend ras om verschillende hondensporten mee te beoefenen, zoals bijvoorbeeld dogfrisbee, flyball en treibball.
Door zijn intelligentie leert de cattle dog snel. Een consequente opvoeding en goede socialisatie is zeer belangrijk, want ook verkeerd gedrag is zo aangeleerd. Deze viervoeter vindt het fantastisch om samen met de baas te trainen, maar verhef hierbij niet je stem. Hij is zeer gevoelig voor geschreeuw en ruzie in huis.
De Australian cattle dog wordt ook wel blue heeler of red heeler genoemd, afhankelijk van de kleur van zijn vacht.
Geschiedenis
De Australian cattle dog komt, zoals zijn naam al doet vermoeden, uit Australië. Aan het begin van de negentiende eeuw importeerden de Britten een ras dat bekend staat als de Smithfield sheepdog. Deze hond bleek echter niet zo geschikt voor het Australische klimaat. Bovendien was de Smithfield sheepdog een zeer luidruchtige hond, wat het drijven van grote kuddes (wild) vee niet ten goede kwam. Er moest dus snel een hond komen die stil te werk kon gaan én bestand was tegen de hoge temperaturen en extreme droogtes.
Twee belangrijke personen die een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van de Australian cattle dog zijn Thomas Hall en George Elliot. Zij experimenteerden beiden met het kruisen van de blue merle collies en dingo’s. Dit bleek een goede keuze. Australische veeboeren waren erg enthousiast over de gedreven veedrijver die uit deze kruising voortkwam.
Twee broers, Jack en Harry Bagust, kochten een aantal van Elliot’s honden en poogden het ras te verbeteren door de honden te kruisen met een dalmatiër. Hierdoor ontstond de gespikkelde vacht van de cattle dog. Om van deze bijzondere mix een echte werkhond te maken, werd het ras ook nog gekruist met de Australische kelpie. Zodoende is na behoorlijk wat kruisingen de Australian cattle dog ontstaan.
Australische veeboeren maakten dankbaar gebruik van deze nieuwe veedrijver. De cattle dog, toen nog Australian heeler genoemd, kon werken in hoge temperaturen en was niet bang om runderen in de hakken te bijten. Inmiddels wordt de Australian cattle dog ook veel als gezinshond gehouden, maar het blijft een zeer actief ras dat leeft om te werken voor zijn baas.
Verzorging en gezondheid
De vacht van de Australian cattle dog heeft niet bijzonder veel verzorging nodig. Een wekelijkse borstelbeurt is voldoende. Tijdens de rui, twee keer per jaar, verhaart de hond vrij veel en doe je er goed aan om de vacht vaker te borstelen. Houd de oren, ogen en het gebit goed schoon om ontstekingen te voorkomen.
Het ras kent een aantal erfelijke aandoeningen, waaronder progressieve retina atrofie en heupdysplasie. Ook cochleaire doofheid komt relatief veel voor bij de cattle dog. Bij aanschaf van een pup is het belangrijk om de fokker te vragen of de ouderdieren zijn onderzocht en vrij zijn bevonden van aandoeningen die erfelijk zijn.